Gratis haakpatroon: SCHAATSJES
Benodigdheden
Rode wol, witte (fluffy) wol, haaknaald 3,5, schaar,
twee grote paperclips van 5 cm, stompe naald.
Haak eerst de rode schaatsjes:
Neem een paperclip en zorg dat de ‘dichte’ kant onderaan ligt.
Het ‘korte’ gedeelte in de paperclip is links; het ‘lange’ gedeelte is rechts.
Steek je haaknaald in het gat van het lange gedeelte en hang je rode draad over je haaknaald.
Trek je draad terug (dus naar je toe) en maak nu één losse met de dubbele draad.
Je draad zit nu goed vast aan de paperclip! Haak nu gewoon weer verder met de enkele, lange draad.
Trek je draad terug (dus naar je toe) en maak nu één losse met de dubbele draad.
Je draad zit nu goed vast aan de paperclip! Haak nu gewoon weer verder met de enkele, lange draad.
Haak 3 lossen (dit telt als je eerste stokje) en haak daarna 8 stokjes in het lange gedeelte.
Dit doe je op de volgende manier: Sla je draad om je haaknaald; steek je haaknaald
ín het lange gedeelte; pak je draad en trek ‘m terug; je hebt nu drie lusjes op je haaknaald.
Pak je draad (bovenlangs de paperclip) weer op en haal ‘m door de eerste twee lusjes;
pak je draad weer (bovenlangs) op en haal ‘m door de laatste twee lusjes.
Zoals je ziet haak je op deze manier óm de bovenkant van de paperclip heen!
Tip: Als het je lukt kun je het beste je ‘korte draad’ langs de bovenkant van de paperclip
leggen en op deze manier mee haken. Dit scheelt op het einde weer wat ‘verstopwerk’ ;-)
Haak nu 3 stokjes in het korte gedeelte,
op dezelfde manier als je in het lange gedeelte hebt gedaan.
Je hebt nu een toer gehaakt van in totaal 12 stokjes.
Let op! Normaal gesproken hoor je nu 3 keerlossen te haken, zodat je
je werk kunt omdraaien om weer verder te haken. Dat doen we nu niet!
Je draait je werk dus zonder de keerlossen te haken en haakt in de tweede steek
vanaf je haaknaald een stokje. Daarna haak je in elke volgende steek een stokje
tot je aan het einde van de toer bent. Als het goed is heb je nu 10 stokjes gehaakt.
Haak (aan het einde van deze toer) wél weer gewoon de 3 keerlossen.
Keer je werk en haak 5 stokjes (je maakt dus niet de hele toer af!)
Haak 3 keerlossen en haak weer 5 stokjes terug.
Haak 20 lossen, knip je draad lang af en trek je haaknaald omhoog (=afhechten).
Haak nu het tweede schaatsje op dezelfde manier,
maar haak bij de laatste stap 15 lossen (in plaats van 20)!
Haak de witte ‘bontkraag’
Neem de witte, fluffy wol en draai het net gehaakte rode schaatsje zo, dat de neus
van de schaats naar links wijst. Steek je haaknaald in de steek gelijk náást je lange koordje
(van lossen) en haal je witte draad op. Maak weer 1 losse met de dubbele draad.
Haak nu 3 lossen met de enkele draad (dit is je eerste stokje)
en haak in de volgende 4 steken een stokje.
Je hebt nog één laatste steek over; haak hier 2 x een stokje in.
Haak een losse en knip je draad (lang) af.
Werk losse draden netjes weg met een stompe naald en knoop
de twee schaatjes aan elkaar. Maak een strikje en klaar!
Heel veel plezier en succes!
Arianne en Oukje.
Op de hoogte blijven van nog meer leuke haakpatroontjes?
Like ons dan op Facebook!